top of page
Kind met een Bear

Geliefd

opvoedondersteuning & speltherapie

Wie is de liefste?

"Au! Mam, hij doet me pijn!", gilt m'n dochter. "Maar jij gaf steeds geen antwoord en ik vroeg het je al heel vaak!", schreeuwt m'n zoon eroverheen. Die onderlinge ruzies, die meningsverschillen, dat buitensluiten van elkaar, dat krachten meten met elkaar... Soms maken ze me verdrietig en dan wens ik dat ze "eens wat liever zijn voor elkaar". Soms maken ze me boos en gefrustreerd: "Sjonge, houd daar nou eens mee op!" En voor ik het weet, is het drama compleet doordat ik onderdeel geworden ben van de strijd...


'Waar het tussen broers en zussen heel vaak over gaat -ook als dat niet wordt uitgesproken- is over wie de meeste liefde en erkenning van de ouders kreeg en krijgt' (Van den Eerenbeemt, 2016). Vaak wordt er in de valkuil gestapt om te reageren op het zichtbare en vooral hoorbare gedrag en wordt de laag die eronder zit niet gezien of erkend. Vooral in situaties van vermoeidheid en haast. We zien dan minder goed de reden achter gedrag en reageren vooral op het gedrag wat stoort.


Wat het drama vervolgens compleet maakt, is vaak het gedrag van de ouders. Waar rivaliteit een manier is om te vragen naar bevestiging, is de kans groot dat er een gevoel van afwijzing ervaren wordt. Het zichtbare gedrag wordt gecorrigeerd want dat zichtbare gedrag was niet wenselijk.

Daarnaast bestaat de kans dat de ouder (onbewust) partij kiest. Er ontstaat een 'dader', 'slachtoffer' en 'redder'. De ouder (redder) grijpt in tijdens een ruzie tussen broer(s) en/of zus(sen). Daarin wordt (onbewust) de een in bescherming genomen en de ander bestraft. Zo kan het zijn dat een ouder 'de dader' corrigeert op het gebruik van scheldwoorden of fysieke agressie. Daarmee wordt het andere kind automatisch 'het slachtoffer'. Naast dat dit vaak onterecht is ('het slachtoffer' heeft vaak ook een aandeel in de ruzie), wordt de rivaliteit versterkt doordat de een goedkeuring ontvangt en de ander gecorrigeerd wordt.


Door in gedachten te houden dat rivaliteit een vraag naar bevestiging is, kan de ouder ervoor kiezen anders te reageren op een conflict tussen broer(s) en/of zus(sen). Er kan gekozen worden om te reageren op de diepere laag: "Ik houd van jullie allebei/ allemaal evenveel. Ik bewonder jou omdat je ... bent en jou omdat je ... bent, maar dat beïnvloedt niet mijn liefde voor jullie. Jullie hoeven het niet te verdienen en jullie kunnen het ook niet verliezen. Ik hou van jullie". Vervolgens kan er aandacht zijn voor het conflict: "Ik hoorde dat het niet zo fijn ging tussen jullie, hebben jullie hulp nodig bij het oplossen of lukt het samen?" Wanneer de kinderen aangeven, de hulp van de ouder te willen, vraag per kind wat er gebeurde. Stimuleer het kind om rustig te verwoorden wat er gebeurde en hoe hij/zij zich daarbij voelde. Geef daarin ruimte aan beide kinderen. En help ze te luisteren naar elkaars verhaal. Kies geen partij, maar geef aan beide kinderen erkenning door het (in eigen woorden) te herhalen. Hierdoor wordt ook het inlevingsvermogen van de kinderen vergroot.


Deze 'aanpak' betekent niet dat er nooit meer rivaliteit zal zijn. Want 'binnen de veiligheid van het gezin oefenen kinderen in ruziemaken en het weer bijleggen, in plagen en geplaagd worden, in onderhandelen en argumenteren. Maar ze oefenen ook in het opkomen voor elkaar en zichzelf, in winnen en verliezen, in het omgaan met jaloezie en angst, in geven en ontvangen' (Van den Eerenbeemt, 2016). Als je dat als ouder realiseert, zijn die conflicten veel minder erg; het zijn oefeningen. Ze dienen een doel: het ondersteunen van de ontwikkeling van het kind. En tegelijkertijd is het ook een compliment: er wordt voldoende veiligheid ervaren om zo met elkaar om te kunnen gaan. Omdat ze weten dat die liefde er is en zal blijven: onvoorwaardelijke liefde, meer dan genoeg.


Literatuur:

Van den Eerenbeemt, E.M., (2016). De liefdesladder. Uitgeverij De Arbeiderspers.




303 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page